
Kernbegrippen
Internbegeleider: De IB’er heeft te maken met verschillende vragen van leerkrachten, kinderen en ouders. Ze overleggen met de directie en denken mee over toekomstig beleid. Ze voeren gesprekken met kinderen en ouders. Zorgverbreding is één van de belangrijkste uitdagingen voor en school. De intern begeleider speelt daarin een hoofdrol. Zij ondersteunt de leerkrachten bij ( het verbeteren van) het signaleren, analyseren en hulp bieden bij onderwijsleerproblemen.
WSNS: Het doel van Weer Samen Naar School is dat kinderen de zorg en begeleiding die ze nodig hebben zo veel mogelijk op de basisschool krijgen. Lukt dit toch niet, dan gaan ze naar een school voor speciaal basisonderwijs.
Adaptiefonderwijs: Is een onderwijsideaal van sommige onderwijskundigen om leerlingen minder frequent te laten doorstromen naar speciaal onderwijs door binnen een reguliere school mogelijkheden te creëren om op een eigen manier en tempo kennis op te doen. Adaptief komt van het woord adaptatie dat “passend” of “erbij passend” betekent.
Orthotheek: De orthotheek biedt docenten en begeleiders een overzicht van achtergrondinformatie, instanties en materialen op het gebied van de leerlingenzorg.
Competenties: Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen om in voorkomende situaties op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken.
Zorgplan: Een `Zorgplan` (ook wel `behandelplan` genaamd) is een plan waarin een beschrijving en het doel van de behandeling en de algemene gegevens van een leerling in beschreven staat
Planmatig werken: Volgens de 5 fases van Van der Leij in het basisonderwijs. Signaleren, analyseren, voorbereiden, toepassen, evalueren.
Curatief en preventief handelen: curatief handel je als hetgeen al gebeurd of gebeurd is. En Preventief handelen je van tevoren. Je wil iets voorkomen.
Portfolio: Een portfolio is een persoonlijke (soms digitale) map waarin je beschrijft wat je kan, waaruit dat blijkt en hoe je jezelf verder wilt ontwikkelen.
WSNS: Het doel van Weer Samen Naar School is dat kinderen de zorg en begeleiding die ze nodig hebben zo veel mogelijk op de basisschool krijgen. Lukt dit toch niet, dan gaan ze naar een school voor speciaal basisonderwijs.
Adaptiefonderwijs: Is een onderwijsideaal van sommige onderwijskundigen om leerlingen minder frequent te laten doorstromen naar speciaal onderwijs door binnen een reguliere school mogelijkheden te creëren om op een eigen manier en tempo kennis op te doen. Adaptief komt van het woord adaptatie dat “passend” of “erbij passend” betekent.
Orthotheek: De orthotheek biedt docenten en begeleiders een overzicht van achtergrondinformatie, instanties en materialen op het gebied van de leerlingenzorg.
Competenties: Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen om in voorkomende situaties op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken.
Zorgplan: Een `Zorgplan` (ook wel `behandelplan` genaamd) is een plan waarin een beschrijving en het doel van de behandeling en de algemene gegevens van een leerling in beschreven staat
Planmatig werken: Volgens de 5 fases van Van der Leij in het basisonderwijs. Signaleren, analyseren, voorbereiden, toepassen, evalueren.
Curatief en preventief handelen: curatief handel je als hetgeen al gebeurd of gebeurd is. En Preventief handelen je van tevoren. Je wil iets voorkomen.
Portfolio: Een portfolio is een persoonlijke (soms digitale) map waarin je beschrijft wat je kan, waaruit dat blijkt en hoe je jezelf verder wilt ontwikkelen.
Samenvatting
Samenvatting De Intern Begeleider:
In de jaren 80’en 90’ is het vak intern begeleider ontstaan. Men wilde de leerlingen zo lang mogelijk in het regulier onderwijs houden en vanuit de overheid is er een WSNS- beleid opgesteld. De interne begeleiding kan op de basisscholen steeds weer op een andere manier worden weergeven. Je kan bij een kleine school een part- time IB’er in de school hebben. De grote scholen kunnen wel twee fultime IB’er hebben. De taken van de intern begeleider kunnen we op drie verschillende niveaus beschrijven. Je kan een leerling of groep op individueel niveau helpen, op groepsniveau en de school op schoolniveau.
De taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider kunnen op elke school anders worden ingevuld. De grote hoofdlijnen zullen op elke school hetzelfde zijn. Het is belangrijk dat alles goed is afgestemd met het team en dat de afspraken en regels staan vermeld in het zorgplan. Onderstaande taken horen bij het werk van de intern begeleider:
Contacten met leerlingen;
Contacten met collega’s;
Organisatie van activiteiten;
Werkzaamheden binnen de schoolorganisatie;
Contacten met externe deskundigheid en instanties.
Om zo effectief mogelijk te werk gaan is het handig om planmatig te werk te gaan. We kunnen het planmatig werken onderscheiden in vijf fases. Deze vijf fases zijn ontwikkeld door Van der Leij. Zij heeft hier onderzoek naar gedaan. De vijf fases zijn. Signaleren, analyseren, oplossing voorbereiden, oplossing toepassen en belangrijk het evalueren. We kunnen schrijven dat dit een cyclus is. Aan het einde kijk je of je doel is gehaald, zo niet dan begin je weer bij fase 1.
De leraar blijft hoe dan ook verantwoordelijk voor zijn eigen klas. De leerkracht of de intern begeleider zorgt voor signalering en toetsing. In overleg worden de gegevens geanalyseerd en wordt er in geval van een slechte of juist goede score een plan opgesteld. Dit plan wordt voor het grootste deel door de leerkracht van de groep uitgevoerd. Als we bij fase 5 van planmatig werken zijn uitgekomen. Wordt dit gedaan met de intern begeleider en de groepsleerkracht. Het is een cyclus proces en er wordt gekeken of er veder gehandeld moet worden of dat het doel is bereikt. Het planmatig werken is dus altijd bezig.
Wendy Klaassen januari 2010
In de jaren 80’en 90’ is het vak intern begeleider ontstaan. Men wilde de leerlingen zo lang mogelijk in het regulier onderwijs houden en vanuit de overheid is er een WSNS- beleid opgesteld. De interne begeleiding kan op de basisscholen steeds weer op een andere manier worden weergeven. Je kan bij een kleine school een part- time IB’er in de school hebben. De grote scholen kunnen wel twee fultime IB’er hebben. De taken van de intern begeleider kunnen we op drie verschillende niveaus beschrijven. Je kan een leerling of groep op individueel niveau helpen, op groepsniveau en de school op schoolniveau.
De taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider kunnen op elke school anders worden ingevuld. De grote hoofdlijnen zullen op elke school hetzelfde zijn. Het is belangrijk dat alles goed is afgestemd met het team en dat de afspraken en regels staan vermeld in het zorgplan. Onderstaande taken horen bij het werk van de intern begeleider:
Contacten met leerlingen;
Contacten met collega’s;
Organisatie van activiteiten;
Werkzaamheden binnen de schoolorganisatie;
Contacten met externe deskundigheid en instanties.
Om zo effectief mogelijk te werk gaan is het handig om planmatig te werk te gaan. We kunnen het planmatig werken onderscheiden in vijf fases. Deze vijf fases zijn ontwikkeld door Van der Leij. Zij heeft hier onderzoek naar gedaan. De vijf fases zijn. Signaleren, analyseren, oplossing voorbereiden, oplossing toepassen en belangrijk het evalueren. We kunnen schrijven dat dit een cyclus is. Aan het einde kijk je of je doel is gehaald, zo niet dan begin je weer bij fase 1.
De leraar blijft hoe dan ook verantwoordelijk voor zijn eigen klas. De leerkracht of de intern begeleider zorgt voor signalering en toetsing. In overleg worden de gegevens geanalyseerd en wordt er in geval van een slechte of juist goede score een plan opgesteld. Dit plan wordt voor het grootste deel door de leerkracht van de groep uitgevoerd. Als we bij fase 5 van planmatig werken zijn uitgekomen. Wordt dit gedaan met de intern begeleider en de groepsleerkracht. Het is een cyclus proces en er wordt gekeken of er veder gehandeld moet worden of dat het doel is bereikt. Het planmatig werken is dus altijd bezig.
Wendy Klaassen januari 2010
Inleiding
Ik heb in mijn 1 semester periode 2 onderzoek gedaan naar intern begeleiding op basisscholen in de regio Rotterdam. Ik heb een vraagstelling gemaakt, waarin duidelijk naar voren komt wat een leerkracht moet weten over de functies van de internbegeleiding. Dit als zij op een school werkt of de opleiding intern begeleiding wil gaan doen. Ik wil mij oriënteren aan de kant van zorgverbreding. Ik wil te weten komen of het iets is voor een vervolgstudie. Ik heb het onderzoek uitgeschreven over vier deelvragen. Drie deelvragen zijn gericht op de theorie en de vierde is gericht op de praktijk. Ik hoop dat ik andere mensen een plezier kan doen met deze theoretische informatie.
Op mijn stageschool is de Intern Begeleider samen met de directie bezig om de school inhoudelijk op een hoger level te krijgen. Er wordt veel gevraagd van de intern begeleider en zij moet veel kennis en vaardigheden hebben. Het lijkt mij interessant om de stageschool te betrekken bij mijn onderzoek. In de hoop dat ik erachter kom of de intern begeleiding opleiding iets voor mij is.
Wendy Klaassen januari 2010
Op mijn stageschool is de Intern Begeleider samen met de directie bezig om de school inhoudelijk op een hoger level te krijgen. Er wordt veel gevraagd van de intern begeleider en zij moet veel kennis en vaardigheden hebben. Het lijkt mij interessant om de stageschool te betrekken bij mijn onderzoek. In de hoop dat ik erachter kom of de intern begeleiding opleiding iets voor mij is.
Wendy Klaassen januari 2010
Deelvraag 4: Met welke motivatie en interesse zijn leerkrachten de internbegeleiding opleiding gaan doen?
deelvraag 4. Met welke motivatie en interesse zijn leerkrachten de internbegeleiding opleiding gaan doen?
Interview met de intern begeleider van een basisschool, welke na haar pabo- opleiding de opleiding tot intern begeleider is gaan volgen.
1) Wat wilde u worden toen u nog een klein kind was?
Stewardess, maar toen ik door had dat ik dan wel veel weg zou zijn van mijn vader en moeder, wilde ik toch wel juf worden.
2) Had u potentie om verder te leren na de pabo? En wist u al in welke richting?
Ja. Toen ik eenmaal voor de klas stond, vond ik het vak leerkracht tegenvallen. Ik vond dat ik veel meer kon. Dus ben al na 1 jaar voor de klas in het management gestapt. Eerst heb ik een intake gehad voor de kweekvijver (directeuren opleiding), maar ik vond mij daar nog iets te jong voor met te weinig kennis op het gebied van zorg.
3) Waar volgt u de opleiding interne begeleiding?
Vanuit een interne opleiding van de RVKO. Via Vinci.
4) Wat was uw motivatie om de opleiding interne begeleiding te gaan volgen?
Het gedrag- en leerproblemen van kinderen vind ik erg interessant. Wanneer een kind niet lekker in zijn vel zit, dan een kind nooit goede resultaten behalen. Wanneer je op dat moment een kind kan helpen, geeft dat een geweldige succeservaring!
5) U doet nu fulltime interne begeleiding. Mist u het lesgeven niet?
Door ziekte van mijn collega groep 3, doe ik nu full time ib. Wanneer zij weer terug is, ga ik weer 1 dag voor groep 3.
Zeker dat ik het lesgeven heel erg mis. Mijn hart ligt in de bovenbouw en gelukkig mag ik vaak in de groep 6 en 7 een les geven of even extra instructie geven. Ook heb ik 2 keer in de week de groep 8 kinderen, ter voorbereiding op het VO. Op dit moment full-time ib komt voor mij heel goed uit. Ik ben bezig om de hele zorgstructuur in kaart te brengen en een soort spiraal te ontwikkelen waarbij de kinderen op alle vakgebieden in beeld komen. Ook ben ik met de voorbereidingen bezig om de 1-zorgroute volgend jaar in te voeren binnen de school.
6) Is het haalbaar om naast uw werk als intern begeleider ook nog als groepsleerkracht te werken?
Ja hoor. Maar dan moeten de eindverantwoordelijkheden niet bij mij liggen als groepsleerkracht.
7) Wat vindt u de leukste taak als intern begeleider?
Het begeleiden van leerkrachten. Eigenlijk is het lesgeven aan de leerkrachten; hoe om te gaan met kinderen.
8) Wat vindt u de minst leuke taak? (als deze van toepassing is)
Alle administratieve handelingen, waardoor er te weinig tijd overblijft voor het directe contact met kinderen. (vind ik)
9) Als u opnieuw een vak zou moeten kiezen wordt dat dan opnieuw intern begeleider/ pabo?
Dan zou ik deze route opnieuw belopen. Ook ib is niet mijn eindstation. Ik wil toch meer aansturing geven op beleidsniveau. Maar om dit te kunnen, vind ik, dat is wel ervaring moet hebben als ib.
Interview met de intern begeleider van een basisschool, welke na haar pabo- opleiding de opleiding tot intern begeleider is gaan volgen.
1) Wat wilde u worden toen u nog een klein kind was?
Stewardess, maar toen ik door had dat ik dan wel veel weg zou zijn van mijn vader en moeder, wilde ik toch wel juf worden.
2) Had u potentie om verder te leren na de pabo? En wist u al in welke richting?
Ja. Toen ik eenmaal voor de klas stond, vond ik het vak leerkracht tegenvallen. Ik vond dat ik veel meer kon. Dus ben al na 1 jaar voor de klas in het management gestapt. Eerst heb ik een intake gehad voor de kweekvijver (directeuren opleiding), maar ik vond mij daar nog iets te jong voor met te weinig kennis op het gebied van zorg.
3) Waar volgt u de opleiding interne begeleiding?
Vanuit een interne opleiding van de RVKO. Via Vinci.
4) Wat was uw motivatie om de opleiding interne begeleiding te gaan volgen?
Het gedrag- en leerproblemen van kinderen vind ik erg interessant. Wanneer een kind niet lekker in zijn vel zit, dan een kind nooit goede resultaten behalen. Wanneer je op dat moment een kind kan helpen, geeft dat een geweldige succeservaring!
5) U doet nu fulltime interne begeleiding. Mist u het lesgeven niet?
Door ziekte van mijn collega groep 3, doe ik nu full time ib. Wanneer zij weer terug is, ga ik weer 1 dag voor groep 3.
Zeker dat ik het lesgeven heel erg mis. Mijn hart ligt in de bovenbouw en gelukkig mag ik vaak in de groep 6 en 7 een les geven of even extra instructie geven. Ook heb ik 2 keer in de week de groep 8 kinderen, ter voorbereiding op het VO. Op dit moment full-time ib komt voor mij heel goed uit. Ik ben bezig om de hele zorgstructuur in kaart te brengen en een soort spiraal te ontwikkelen waarbij de kinderen op alle vakgebieden in beeld komen. Ook ben ik met de voorbereidingen bezig om de 1-zorgroute volgend jaar in te voeren binnen de school.
6) Is het haalbaar om naast uw werk als intern begeleider ook nog als groepsleerkracht te werken?
Ja hoor. Maar dan moeten de eindverantwoordelijkheden niet bij mij liggen als groepsleerkracht.
7) Wat vindt u de leukste taak als intern begeleider?
Het begeleiden van leerkrachten. Eigenlijk is het lesgeven aan de leerkrachten; hoe om te gaan met kinderen.
8) Wat vindt u de minst leuke taak? (als deze van toepassing is)
Alle administratieve handelingen, waardoor er te weinig tijd overblijft voor het directe contact met kinderen. (vind ik)
9) Als u opnieuw een vak zou moeten kiezen wordt dat dan opnieuw intern begeleider/ pabo?
Dan zou ik deze route opnieuw belopen. Ook ib is niet mijn eindstation. Ik wil toch meer aansturing geven op beleidsniveau. Maar om dit te kunnen, vind ik, dat is wel ervaring moet hebben als ib.
Deelvraag 3: Op welke planmatige wijze werkt een internbegeleider, wanneer een leerling hulpvraag heeft?
Vanaf de eerste dag moet je al kennis hebben over je leerlingen in de klas. Je verzamelt achtergrond gegevens en bespreekt de leerlingen met de groepsleerkracht van de groep ervoor. Zeker bij zorgleerlingen moet je weten hoe je moet handelen, al vanaf de eerste dag. Vragen die je jezelf kan stellen zijn:
Wat zijn de sterke punten en intresses?
Hoe is de thuisituatie?
Zijn er nadelige of juist stimulerende omstandigheden?
Zijn er nog broertjes en zusjes?
Zijn er leerproblemen?
Wat is het algemeen functioneren van het kind? 3
Wil je als groepsleerkracht hulp van de intern begeleider, dan moet je op de meeste scholen een aanmeldingformulier invullen. Je beschrijft het probleem, wat je al gedaan hebt en eventuele vragen/ bijlage. Waarom zou je hulp willen van de intern begeleider? Je wilt precies weten wat er aan de hand is met de leerlingen en welke hulp je de leerling het beste kan bieden. Misschien is er wel een verklaring voor het probleem. 1
Het is belangrijk om te weten dat de verantwoording van de zorgleerling altijd bij de groepsleerkracht blijft. De verantwoording wordt niet overgenomen door de intern begeleider, iedereen is en blijft erbij betrokken. De begeleiding die een leerling krijgt moet op een planmatige wijze worden aangeboden. Hoe krijg je nou deze structuur binnen je school? En wat betekent planmatig werken? 1
Curatief en preventief handelen
Planmatig werken is eigenlijk niets meer dan je wijze van denken en handelen te vertalen naar de leerling in de groep. Als intern begeleider doe je dit ook naar de school en je collega’s toe. Je moet bewust na denken in wat je doet! Daarom moet je volgens het zorgplan handelen. Je kan op twee verschillende manieren handelen. We noemen het curatief handelen en preventief handelen. In curatief handelen gaat het om de manier van handelen als er zich een probleem voordoet. Deze leerlingen krijgen dan gericht hulp. Deze hulp krijgen zij niet zomaar, er is eerst een onderzoek vooraf gegaan. Bij preventief handelen wordt er eigenlijk voortdurend planmatig gehandeld. Denk aan het lesgeven aan je groep of een individuele leerling.
Het is belangrijk om te weten dat je niet alleen curatief en preventief handelt in de zaakvakken. Je kunt kinderen ook helpen op sociaal- emotioneel gebied en uiteraard het pedagogische klimaat. Kort gezegd: op alle ontwikkelingsgebieden kan gehandeld worden. Het is een lineair proces gericht op de activiteiten die ondernomen worden. Het is daardoor een cyclus dat zich steeds weer herhaald. We noemen het ook wel het cyclus van planmatig werken. 1
Planmatig werken volgens de vijf fases van Van der Leij
Volgens de theorie kun je het planmatig werken in fases onderscheiden. Hieronder zal ik kort de fases beschrijven, in de hoop dat andere hier iets aan hebben. Hoe ziet de cyclus eruit? En wat houden de fases van planmatig werken in? Deze zal ik hieronder beschrijven.
1. Problemen signaleren
Je gaat hier observeren en verzamelt gegevens. Dit kan je doen door toetsen te bekijken, andere observaties lezen. Vergeet niet vast te leggen wat je doet!
2. Problemen analyseren
Alles wat je verzamelt hebt ga je analyseren. Beschrijf ook je aanleiding! Wat valt je op? Kan je een verband ontdekken?
3. Oplossingen voorbereiden
Nu je een duidelijke analyse hebt, ga je vaststellen wat je verder gaat doen. Je stelt dus schriftelijk een plan op. Via welke methode ga je te werk? Wanneer doe je dat? Op welke plaats? En met wie ga je werken? Dit zijn de belangrijkste vragen welke erin moeten staan.
4. Oplossingen toepassen
Je gaat je plan uitvoeren, denk aan de tijd die je hebt gegeven voor het plan.
5. Oplossingen evaluere; (nieuwe) problemen signaleren
Cyclus herhalen
Ben je aan het einde van je plan? Dan ga je het uiteraard evalueren! Dit moet je bijna bij alles, dus dat spreekt voor zich. Tijdens deze evaluatie vraag je je af of je opnieuw iets moet ga signaleren. Zijn de problemen opgelost? Of leidt het nog tot een aanpassing en stel je jouw plan bij? 1
Deze cyclus van planmatig werken kan je op verschillende niveaus toepassen. Hieronder zal ik beschrijven op welke niveaus je het planmatig werken kan toepassen.
a. Individueel niveau
Je werkt hier met een leerling of in kleine groepjes. De internbegeleider (of voor scholen die dit niet hebben, de groepsleerkracht) stelt een plan op. Zij geeft de leerlingen of groep gedurende een korte periode extra hulp.
b. Groepsniveau
De intern begeleider/leerkracht heeft een plan geschreven voor de hele klas. We noemen dit ook wel een groepsplan. De duur van dit plan is langer dan dat van het individuele kind.
c. Schoolniveau
De intern begeleider/ leerkracht heeft een plan voor het handelen naar de school gericht. De leraar hoort bij het team en werkt mee aan het opstellen van school- of werkplannen. 1
Dit schema wat hierboven staat beschreven, komen de meeste leerkrachten bekent voor. Het schema wordt al jaren gebruikt en is ontwikkelt door Van der Leiij in 1993. Zij heeft ervoor gezorgd het een concreet en zichtbaar schema werd. Op deze manier houd je de leerling goed in de gaten.
Volgsystemen
Er zijn nog meer manieren op de leerlingen te volgen in hun ontwikkeling. Je kunt een portfolio bijhouden. Als je gedurende het schooljaar er werkjes in bewaard kun je het als een meetinstrument beschouwen. (schrijf er dan wel de datum bij!) In de groepen 3 en 4 kun
je de kinderen een logboekje laten bijhouden. Dit heeft zelfs meerdere doelen! Je werkt aan de taalontwikkeling met kinderen en het logboek vertelt iets over hoe het kind dingen beleefd. De inhoud kan gaan over de gebeurtenissen van de week of wat zij op school meemaken. Het is leuk om het logboekje eens mee naar huis te geven, dan kunnen de ouders het ook lezen. 3
Extra ondersteuning
Plannen die vast zijn opgezet bieden de meeste kan op een goed leereffect. We noemen deze behandelplannen ook wel protocollen. Je hebt binnen het onderwijs een aantal verschillende protocollen. Denk aan het ‘protocol leesproblemen en Dyslexie’, ‘het behandelplanprotocol’. Kom je er echt niet uit met alle hulp die de leerkracht en de intern begeleider hebben geboden, dan zoekt de intern begeleider externe hulp. Zie deelvraag 2. Er kan hulp gevraagd worden door een psycholoog, welke onderzoekt of er sprake is van bijvoorbeeld: Dyslexie. Er wordt een behandelplan opgesteld en goed planmatig gewerkt. Dit kan zijn volgens de vijf fases, zoals in deze deelvraag is beschreven. 1
Wat zijn de sterke punten en intresses?
Hoe is de thuisituatie?
Zijn er nadelige of juist stimulerende omstandigheden?
Zijn er nog broertjes en zusjes?
Zijn er leerproblemen?
Wat is het algemeen functioneren van het kind? 3
Wil je als groepsleerkracht hulp van de intern begeleider, dan moet je op de meeste scholen een aanmeldingformulier invullen. Je beschrijft het probleem, wat je al gedaan hebt en eventuele vragen/ bijlage. Waarom zou je hulp willen van de intern begeleider? Je wilt precies weten wat er aan de hand is met de leerlingen en welke hulp je de leerling het beste kan bieden. Misschien is er wel een verklaring voor het probleem. 1
Het is belangrijk om te weten dat de verantwoording van de zorgleerling altijd bij de groepsleerkracht blijft. De verantwoording wordt niet overgenomen door de intern begeleider, iedereen is en blijft erbij betrokken. De begeleiding die een leerling krijgt moet op een planmatige wijze worden aangeboden. Hoe krijg je nou deze structuur binnen je school? En wat betekent planmatig werken? 1
Curatief en preventief handelen
Planmatig werken is eigenlijk niets meer dan je wijze van denken en handelen te vertalen naar de leerling in de groep. Als intern begeleider doe je dit ook naar de school en je collega’s toe. Je moet bewust na denken in wat je doet! Daarom moet je volgens het zorgplan handelen. Je kan op twee verschillende manieren handelen. We noemen het curatief handelen en preventief handelen. In curatief handelen gaat het om de manier van handelen als er zich een probleem voordoet. Deze leerlingen krijgen dan gericht hulp. Deze hulp krijgen zij niet zomaar, er is eerst een onderzoek vooraf gegaan. Bij preventief handelen wordt er eigenlijk voortdurend planmatig gehandeld. Denk aan het lesgeven aan je groep of een individuele leerling.
Het is belangrijk om te weten dat je niet alleen curatief en preventief handelt in de zaakvakken. Je kunt kinderen ook helpen op sociaal- emotioneel gebied en uiteraard het pedagogische klimaat. Kort gezegd: op alle ontwikkelingsgebieden kan gehandeld worden. Het is een lineair proces gericht op de activiteiten die ondernomen worden. Het is daardoor een cyclus dat zich steeds weer herhaald. We noemen het ook wel het cyclus van planmatig werken. 1
Planmatig werken volgens de vijf fases van Van der Leij
Volgens de theorie kun je het planmatig werken in fases onderscheiden. Hieronder zal ik kort de fases beschrijven, in de hoop dat andere hier iets aan hebben. Hoe ziet de cyclus eruit? En wat houden de fases van planmatig werken in? Deze zal ik hieronder beschrijven.
1. Problemen signaleren
Je gaat hier observeren en verzamelt gegevens. Dit kan je doen door toetsen te bekijken, andere observaties lezen. Vergeet niet vast te leggen wat je doet!
2. Problemen analyseren
Alles wat je verzamelt hebt ga je analyseren. Beschrijf ook je aanleiding! Wat valt je op? Kan je een verband ontdekken?
3. Oplossingen voorbereiden
Nu je een duidelijke analyse hebt, ga je vaststellen wat je verder gaat doen. Je stelt dus schriftelijk een plan op. Via welke methode ga je te werk? Wanneer doe je dat? Op welke plaats? En met wie ga je werken? Dit zijn de belangrijkste vragen welke erin moeten staan.
4. Oplossingen toepassen
Je gaat je plan uitvoeren, denk aan de tijd die je hebt gegeven voor het plan.
5. Oplossingen evaluere; (nieuwe) problemen signaleren
Cyclus herhalen
Ben je aan het einde van je plan? Dan ga je het uiteraard evalueren! Dit moet je bijna bij alles, dus dat spreekt voor zich. Tijdens deze evaluatie vraag je je af of je opnieuw iets moet ga signaleren. Zijn de problemen opgelost? Of leidt het nog tot een aanpassing en stel je jouw plan bij? 1
Deze cyclus van planmatig werken kan je op verschillende niveaus toepassen. Hieronder zal ik beschrijven op welke niveaus je het planmatig werken kan toepassen.
a. Individueel niveau
Je werkt hier met een leerling of in kleine groepjes. De internbegeleider (of voor scholen die dit niet hebben, de groepsleerkracht) stelt een plan op. Zij geeft de leerlingen of groep gedurende een korte periode extra hulp.
b. Groepsniveau
De intern begeleider/leerkracht heeft een plan geschreven voor de hele klas. We noemen dit ook wel een groepsplan. De duur van dit plan is langer dan dat van het individuele kind.
c. Schoolniveau
De intern begeleider/ leerkracht heeft een plan voor het handelen naar de school gericht. De leraar hoort bij het team en werkt mee aan het opstellen van school- of werkplannen. 1
Dit schema wat hierboven staat beschreven, komen de meeste leerkrachten bekent voor. Het schema wordt al jaren gebruikt en is ontwikkelt door Van der Leiij in 1993. Zij heeft ervoor gezorgd het een concreet en zichtbaar schema werd. Op deze manier houd je de leerling goed in de gaten.
Volgsystemen
Er zijn nog meer manieren op de leerlingen te volgen in hun ontwikkeling. Je kunt een portfolio bijhouden. Als je gedurende het schooljaar er werkjes in bewaard kun je het als een meetinstrument beschouwen. (schrijf er dan wel de datum bij!) In de groepen 3 en 4 kun

Extra ondersteuning
Plannen die vast zijn opgezet bieden de meeste kan op een goed leereffect. We noemen deze behandelplannen ook wel protocollen. Je hebt binnen het onderwijs een aantal verschillende protocollen. Denk aan het ‘protocol leesproblemen en Dyslexie’, ‘het behandelplanprotocol’. Kom je er echt niet uit met alle hulp die de leerkracht en de intern begeleider hebben geboden, dan zoekt de intern begeleider externe hulp. Zie deelvraag 2. Er kan hulp gevraagd worden door een psycholoog, welke onderzoekt of er sprake is van bijvoorbeeld: Dyslexie. Er wordt een behandelplan opgesteld en goed planmatig gewerkt. Dit kan zijn volgens de vijf fases, zoals in deze deelvraag is beschreven. 1

Deelvraag 2: Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van een internbegeleider binnen en buiten de school?
Het is van de school een bewuste keuze om een interne begeleider erbij te nemen. Zij stemt dagelijkse zorgverbreding af, op individueel, groeps- en schoolniveau. In deze deelvraag zal ik beschrijven wat de taken en verantwoordelijkheden van de internbegeleider zijn. Ik zal ook antwoord geven op de vraag wat zij allemaal binnen de school voor werkzaamheden heeft, maar ook buiten de school. Deze taken staan in het zorgplan van de school beschreven.
Voordat ik er daadwerkelijk antwoord erop zal geven wil ik eerst praktische regels beschrijven;
Het systeem van interne begeleiding gedragen wordt door de schoolleiding (zie organogram deelvraag 1);
De intern begeleider voor haar taak voldoende formatietijd heeft toegewezen gekregen;
De schoolleiding samenwerkt met de intern begeleider en overlegt over het systeem van intern begeleiding;
De directie de verantwoordelijkheid voor het zorgsysteem heeft gedelegeerd aan de intern begeleider;
Er duidelijke afspraken zijn ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider, de directie en de groepsleerkrachten op het terrein van de zorgverbreding. 2
Het is belangrijk dat de begeleiding goed wordt afgestemd op de geschiedenis en cultuur van de school. We kunnen ook wel zeggen dat de visie van de school voor iedereen duidelijk moet zijn om een bepaalde werkwijze voor ogen te houden. De taken van de intern begeleider verschillen persoon. Dit mede door hetgeen wat in bovenstaande alinea staat beschreven. De internbegeleider heeft taken op individueel, groeps- en schoolniveau. Zij doet ook beleids- en begeleidingstaken. Zij leidt vergaderen en vertegenwoordigd de school op gebied van zorgverbreding. 2

Zorgplan
In het zorgplan staan de taken van de intern begeleider beschreven. Sommige scholen noemen het ook wel het zorgverbredingsdocument of zorgverbredingsplan. Ook staat erin hoe de school de zorg organiseert en het dagelijks werk, maar ook voor het hele jaar. Voor een goed functioneren is het nodig dat de afspraken duidelijk en schriftelijk zijn afgesproken. Uiteindelijk is je doel om het zorgsysteem verder te ontwikkelen en punten waar je tegen aanloopt te verbeteren.
Verschillende punten zouden erin moeten staan:
De inhoud van de werkzaamheden en de taakverdeling;
De visie op het onderwijs en de zorg en daarmee samenhangend de visie op de interne begeleiding op lange termijn;
De faciliteiten die de school beschikbaar stelt;
De verhouding van de intern begeleider tot de leerkrachten en tot de directie;
De wijze waarop prioriteiten worden gesteld;
Het dossierbeheer;
Organisatie van de leerlingbesprekingen. 3
Taken binnen de school

We hebben het al gehad dat de intern begeleider taken heeft op verschillende niveau’s binnen de school. Ik zal daarom de taken als eerste breed omschrijven. Let op! Onderstaande werkzaamheden zijn een gegeven richtlijn.
Contacten met leerlingen:
Onderzoeken van zorgleerlingen;
Geven van daadwerkelijke hulp aan zorgleerlingen.
Contacten met collega’s:
Advisering aan de leerkracht naar aanleiding van onderzoek;
Ondersteuning en/of coaching van leerkrachten (en andere mensen die binnen de school hulp geven) bij hun aanpak van zorgleerlingen;
Bijwonen van gesprekken met ouders.
Organisatie van activiteiten:
Coördineren van onderzoek, van toetsafnames en van hulp aan de zorgleerlingen;
Coördineren van zorgbreedteactiviteiten als leerlingbesprekingen en de daaruit voortkomende werkzaamheden.
Werkzaamheden binnen de schoolorganisatie
Zorg voor het bijhouden van het leerlingvolgsysteem;
Inrichten en beheren van de orthotheek;
Bijdragen leveren aan de ontwikkeling van de zorgbreedte en de hulp aan kinderen op schoolniveau, op klassenniveau en op leerkrachtniveau. 3
Taken buiten de school
We willen zo veel mogelijk leerlingen binnen het regulier onderwijs houden. In deelvraag 1 ben ik hier verder op ingegaan, maar het WSNS- beleid blijft ook hier een belangrijk punt. De intern begeleider moet zorgen voor contacten bij de speciale scholen. Daar kan zij uiteraard haar expertise vandaan halen. We moeten met elkaar samenwerken en van elkaar leren. Hieronder in het kort de taken van de intern begeleider buiten de school volgens de theorie.
Contacten met externe deskundigheid en instanties:
Overleg met de ambulante begeleiders vanuit het speciaal (basis-) onderwijs, de psycholoog van de onderwijsbegeleidingsdienst;
Inwinnen van informatie (onderzoeksrapportage) of verstrekken van informatie;
Bijwonen van besprekingen en overleg vormen buiten de school. 3
Tijdbesteding van intern begeleiders
Volgens onderzoek had in 1997 89% van de basisscholen een intern begeleider op school. Dit onderzoek is gedaan door geerling en Meijer in 1997. Sindsdien houdt men zich bezig over de tijdbesteding van een intern begeleider. In de theorie heb ik onderstaand schema gevonden. Ik hoop dat dit u meer inzicht biedt in de tijdbesteding van de intern begeleiders.
1994
Feitelijk: org 35 lkr 30 ll 35
Wenselijk: org 33 lkr 37 ll 30
1998
Feitelijk: org 33 lkr 26 ll 41
wenselijk org 28 lkr 34 ll 38
2003
Feitelijk: org 33 lkr 35 ll 32
wenselijk org 26 lkr 45 ll 29
uitleg:
org=% op de organisatie gerichte taken (coördineren, beleid)
lkr= op de leerkracht gerichte taken (coaching, begeleiding)
ll=% op de leerling gerichte taken (onderzoek, hulpverlening) 3
De cijfers achter de alinea's geven de gebruikte literatuur weer. Zie literatuurlijst
Voordat ik er daadwerkelijk antwoord erop zal geven wil ik eerst praktische regels beschrijven;
Het systeem van interne begeleiding gedragen wordt door de schoolleiding (zie organogram deelvraag 1);
De intern begeleider voor haar taak voldoende formatietijd heeft toegewezen gekregen;
De schoolleiding samenwerkt met de intern begeleider en overlegt over het systeem van intern begeleiding;
De directie de verantwoordelijkheid voor het zorgsysteem heeft gedelegeerd aan de intern begeleider;
Er duidelijke afspraken zijn ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider, de directie en de groepsleerkrachten op het terrein van de zorgverbreding. 2
Het is belangrijk dat de begeleiding goed wordt afgestemd op de geschiedenis en cultuur van de school. We kunnen ook wel zeggen dat de visie van de school voor iedereen duidelijk moet zijn om een bepaalde werkwijze voor ogen te houden. De taken van de intern begeleider verschillen persoon. Dit mede door hetgeen wat in bovenstaande alinea staat beschreven. De internbegeleider heeft taken op individueel, groeps- en schoolniveau. Zij doet ook beleids- en begeleidingstaken. Zij leidt vergaderen en vertegenwoordigd de school op gebied van zorgverbreding. 2

Zorgplan
In het zorgplan staan de taken van de intern begeleider beschreven. Sommige scholen noemen het ook wel het zorgverbredingsdocument of zorgverbredingsplan. Ook staat erin hoe de school de zorg organiseert en het dagelijks werk, maar ook voor het hele jaar. Voor een goed functioneren is het nodig dat de afspraken duidelijk en schriftelijk zijn afgesproken. Uiteindelijk is je doel om het zorgsysteem verder te ontwikkelen en punten waar je tegen aanloopt te verbeteren.
Verschillende punten zouden erin moeten staan:
De inhoud van de werkzaamheden en de taakverdeling;
De visie op het onderwijs en de zorg en daarmee samenhangend de visie op de interne begeleiding op lange termijn;
De faciliteiten die de school beschikbaar stelt;
De verhouding van de intern begeleider tot de leerkrachten en tot de directie;
De wijze waarop prioriteiten worden gesteld;
Het dossierbeheer;
Organisatie van de leerlingbesprekingen. 3
Taken binnen de school

We hebben het al gehad dat de intern begeleider taken heeft op verschillende niveau’s binnen de school. Ik zal daarom de taken als eerste breed omschrijven. Let op! Onderstaande werkzaamheden zijn een gegeven richtlijn.
Contacten met leerlingen:
Onderzoeken van zorgleerlingen;
Geven van daadwerkelijke hulp aan zorgleerlingen.
Contacten met collega’s:
Advisering aan de leerkracht naar aanleiding van onderzoek;
Ondersteuning en/of coaching van leerkrachten (en andere mensen die binnen de school hulp geven) bij hun aanpak van zorgleerlingen;
Bijwonen van gesprekken met ouders.
Organisatie van activiteiten:
Coördineren van onderzoek, van toetsafnames en van hulp aan de zorgleerlingen;
Coördineren van zorgbreedteactiviteiten als leerlingbesprekingen en de daaruit voortkomende werkzaamheden.
Werkzaamheden binnen de schoolorganisatie
Zorg voor het bijhouden van het leerlingvolgsysteem;
Inrichten en beheren van de orthotheek;
Bijdragen leveren aan de ontwikkeling van de zorgbreedte en de hulp aan kinderen op schoolniveau, op klassenniveau en op leerkrachtniveau. 3
Taken buiten de school
We willen zo veel mogelijk leerlingen binnen het regulier onderwijs houden. In deelvraag 1 ben ik hier verder op ingegaan, maar het WSNS- beleid blijft ook hier een belangrijk punt. De intern begeleider moet zorgen voor contacten bij de speciale scholen. Daar kan zij uiteraard haar expertise vandaan halen. We moeten met elkaar samenwerken en van elkaar leren. Hieronder in het kort de taken van de intern begeleider buiten de school volgens de theorie.
Contacten met externe deskundigheid en instanties:
Overleg met de ambulante begeleiders vanuit het speciaal (basis-) onderwijs, de psycholoog van de onderwijsbegeleidingsdienst;
Inwinnen van informatie (onderzoeksrapportage) of verstrekken van informatie;
Bijwonen van besprekingen en overleg vormen buiten de school. 3
Tijdbesteding van intern begeleiders
Volgens onderzoek had in 1997 89% van de basisscholen een intern begeleider op school. Dit onderzoek is gedaan door geerling en Meijer in 1997. Sindsdien houdt men zich bezig over de tijdbesteding van een intern begeleider. In de theorie heb ik onderstaand schema gevonden. Ik hoop dat dit u meer inzicht biedt in de tijdbesteding van de intern begeleiders.
1994
Feitelijk: org 35 lkr 30 ll 35
Wenselijk: org 33 lkr 37 ll 30
1998
Feitelijk: org 33 lkr 26 ll 41
wenselijk org 28 lkr 34 ll 38
2003
Feitelijk: org 33 lkr 35 ll 32
wenselijk org 26 lkr 45 ll 29
uitleg:
org=% op de organisatie gerichte taken (coördineren, beleid)
lkr= op de leerkracht gerichte taken (coaching, begeleiding)
ll=% op de leerling gerichte taken (onderzoek, hulpverlening) 3
De cijfers achter de alinea's geven de gebruikte literatuur weer. Zie literatuurlijst
Abonneren op:
Posts (Atom)